Elke club zou er één moeten hebben: een FUNbassadeur

Softbalinternational Ginger de Weert is FUNbassadeur van de KNBSB, de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond. Samen met mede-FUNbassadeur Kevin Heijstek zet zij zich in voor het belang van sportplezier onder (vooral) jeugdige beeballers, softballers en honkballers. 

Goede voorbeeld

“Wij maken mensen enthousiast om mee te doen en ook FUNbassadeur te worden”, vertelt Ginger. “Vooral de ouders van sportende kinderen zijn daarin heel belangrijk, zij kunnen met hun gedrag het goede voorbeeld geven. Voor kinderen is het belangrijk dat zij plezier hebben in wat ze graag doen. Een positieve benadering van de ouders werkt daarbij het beste: geef je kind bijvoorbeeld eerst een compliment en daarna pas een tip.”

Social media

In het afgelopen jaar deed Ginger haar werk als FUNbassadeur vooral via social media en ook op het NK Little League, een toernooi voor jonge honk- en softballers waarbij sportplezier vooropstaat. “Ook dit jaar gaan we de social media weer gebruiken om veel mensen enthousiast te maken en het bewustzijn van het belang van sportplezier te vergroten.”

Gezamenlijk ontbijt

Eigenlijk zou elke vereniging een FUNbassadeur moeten hebben die zich inzet voor sportplezier en sportiviteit. Zo’n vrijwilliger kan bijvoorbeeld ook een gezamenlijk ontbijt voor jeugdspelers en hun ouders organiseren voorafgaand aan een wedstrijd of een spelregelavond voor de ouders.

Goodiebag

Heb je als honk- of softbalvereniging een FUNbassadeur gevonden? Dan kun je deze persoon aanmelden bij de KNBSB. Je ontvangt dan een goodiebag met onder andere een FUNsweater, je kunt meedoen aan FUNbassadeurs-workshops en je krijgt nieuwsbrieven met tips, tricks en voorbeelden, bijvoorbeeld van oefeningen die je tijdens de training kunt doen. 

undefined

Bewustwording

Ginger ziet als effect van haar werk als FUNbassadeur vooral dat steeds meer mensen zich bewust worden van het belang van plezier en sportiviteit op en rond het veld. “Ouders laten zich vaak meeslepen door de wedstrijd en zijn competitief. En dat is ook logisch, maar het gaat om de kinderen: dat zij plezier hebben in het sporten.”

Bron: KNBSB

Foto: Shutterstock

Publicatiedatum: 18-01-2017