Test: Hoe lenig ben jij?

Lenigheid is niet alleen van belang voor ballerina’s en yogi’s. Ook in andere sporten komt het goed van pas als jij een beetje lenig bent, al was het maar bij het doen van rek- en strekoefeningen voor en na je training.

Oefening 1: hamstringtest

De eerste oefening van de lenigheidstest doe je het beste terwijl je languit op je rug ligt. Til één been op en kijk hoe ver je je been kan aantikken. Laat je hoofd en rug daarbij op de grond rusten. Kom je tot aan je scheenbenen? Dan zit het met jouw lenigheid wel goed. Sommige mensen kunnen zelfs hun tenen aantikken.

Lukt het je helemaal niet om je been aan te tikken? Wikkel dan als hulpmiddel een ondersteunende yogariem rond je voet en houd de uiteinden vast. Zo kun je net een stapje verder gaan.

Oefening 2: heuptest

Voor de tweede oefening mag je op je rug blijven liggen. Het is nu tijd om je heuprotatie aan een test te onderwerpen. Vooral als je voor je werk of studie veel achter je bureau zit kun je last krijgen van een gespannen spiertje in je billen, de piriformis. Ben je ook nog een hardloper? Dan loop je grote kans om vroeg of laat last te krijgen van je heupen.

Laat voor deze oefening je linkervoet op de grond liggen en je rechtervoet losjes op je linkerknie. Til je linkerbeen op en kijk of je met je linkerhand je linkerhamstring of -scheenbeen aan kunt tikken terwijl je je benen richting je borst beweegt. Als het goed is voel je spanning aan de buitenkant van je heup. Gaat deze oefening je niet zo makkelijk af? Dan zijn jouw heupen erg gespannen. Doe de oefening nog eens, maar plaats nu je linkervoet tegen een muur in plaats van op de grond om het voor jezelf makkelijker te maken.

Oefening 3: rugtest

Bij deze derde oefening is je rug aan de beurt. Omdat de lenigheid van je rug erg lastig te testen is gebruik je bij deze oefening ook weer je heupen. Blijf liggen en breng je knieën naar je borst. Houd je knieën gebogen en laat je benen rustig naar één kant zakken, zo dicht naar de grond als maar kan. Het kan hierbij helpen als je je armen uitspreidt. Denk er ook om dat je rug plat op de grond blijft liggen en niet omhoog komt.

Probeer aan de linkerkant en de rechterkant even dicht bij de grond te komen. Voelen je heupen stijf aan terwijl je met je benen naar beneden gaat? Dan zijn je heupspieren te gespannen. Als je deze oefening elke dag een paar minuutjes doet, word je snel leniger.

Oefening 4: schoudertest

Voor veel sporters zijn hun schouders een achilleshiel: voor je het weet heb je hier een pijntje of blessure te pakken. Ga voor deze test rechtop staan, met je voeten naast elkaar en je armen losjes langs je lichaam. Breng vervolgens je handen achter je rug en probeer met je ene arm de elleboog van je andere arm te pakken.

Maak bij deze oefening je borst zo breed mogelijk door goed diep in en uit te ademen. Houd je buikspieren aangespannen. Kun je je elleboog niet pakken? Dan kan een yogariem weer helpen om net één of twee centimeter verder te komen.

Oefening 5: ruggengraat- en nektest

Ook voor je ruggengraat en nek is het niet goed als je te veel achter je bureau zit. Hoe het ervoor staat met jouw ruggengraat en nek ontdek je door in kleermakerszit te gaan zitten en je torso vervolgens rustig naar één kant te draaien. Kijk hoe ver jij achter je kunt kijken. Kun je 180 graden ver draaien of meer? Dan zit het met jouw lenigheid wel goed.

Kom je (bij lange na) niet zo ver? Doe deze oefening dan een paar keer per dag – gewoon terwijl je op je bureaustoel zit. Let op dat je heupen naar voren blijven wijzen en niet gaan kantelen. Je onderlichaam houd je tijdens deze oefening stil. Door de kracht van de herhaling zul je merken dat je steeds leniger wordt.

 

Bron: HLN.be

Foto: Shutterstock

Publicatiedatum: 25-10-2016