Eet gezonder: vervang verzadigd vet door onverzadigd vet

Verzadigd vet is verkeerd, onverzadigd vet is oké. Het is een handig ezelsbruggetje van het Voedingscentrum om te onthouden wat je nu beter niet en wat je wel kunt eten. Vandaag is het Wereld Obesitas Dag, een goede aanleiding om eens extra te letten op wat je eigenlijk eet en dan vooral op je vetinname.

Cholesterol

Uit onderzoek van de World Health Organization naar vetten en de invloed daarvan op je cholesterolgehalte blijkt namelijk dat je je LDL-cholesterolgehalte (het ‘foute’ cholesterol) in alle gevallen verlaagt als je verzadigd vet vervangt door onverzadigd vet. De WHO gebruikte voor dit onderzoek de gegevens uit meer dan zeventig voedingsstudies.

Hoger risico op overlijden

Een ander onderzoek, gedaan in Amerika, toont aan dat je een groter risico loopt om te overlijden als je meer verzadigd vet en transvet binnenkrijgt. Voor deze studie werden meer dan 125.000 mensen voor een langere periode gevolgd.

Vervangen

Het vervangen van verzadigd vet door onverzadigd vet blijkt juist samen te hangen met een lagere sterfte aan verschillende chronische ziekten (hart- en vaatziekten, luchtwegaandoeningen, kanker en ziekten van het zenuwstelsel), al is er voor een aantal ziekten meer onderzoek nodig om de resultaten te kunnen bevestigen.

Waarin zit verzadigd vet?

Wat kun je nu voortaan beter laten staan en waardoor vervang je dat het beste? Verzadigd vet komt vooral veel voor in dierlijke producten en in sommige plantaardige producten. Niet altijd is dat verzadigd vet meteen goed te zien: denk aan volvette kaas (48+), worst, vet vlees, volle melkproducten, koek, gebak, snacks en zoutjes.

Vervangingstips

Ook in roomboter en harde margarines zit veel verzadigd vet. Deze kun je bijvoorbeeld vervangen door halvarine, zachte en vloeibare margarine of olijf- of zonnebloemolie. In plaats van dat lekkere gebakje of die koekjes kun je bijvoorbeeld een handje noten eten en in plaats van dat broodje hamburger of een vette vleessoort beter vis. Vette vissoorten als haring, makreel, zalm en paling bevatten de meeste onverzadigde vetten en zijn dus goede vleesvervangers.

 

Bronnen: Voedingscentrum en Gezondheidsnet

Foto: Shutterstock

Publicatiedatum: 11-10-2016