Powerwalken: wandelen met pit
Wandelen is een leuke sport die bijna iedereen altijd en overal kan doen. Je hoeft er geen moeilijke vaardigheden voor te leren en hebt er ook geen dure materialen voor nodig. Maar ook als wandelaar wil je misschien wel een stapje meer. Maak dan kennis met powerwalken!
Powerwalken is wandelen met een beetje power. In plaats van het gemiddelde wandeltempo van 5 kilometer per uur tijdens een blokje om, loop je bij powerwalken op een hogere snelheid, tussen de 6 en 9 kilometer per uur. Hiermee maak je je wandeling nog effectiever, zeker als het je doel is om door te sporten wat kilootjes kwijt te raken.
Niet buiten adem
Het is bij powerwalken niet de bedoeling dat het op hardlopen gaat lijken. Er mag best wat meer pit in je wandeling zitten, maar je moet niet buiten adem raken, en als je het samen met een wandelmaatje doet moet je nog gewoon een gesprek kunnen voeren. Welk tempo jij precies kiest is daarom vooral ook een kwestie van gevoel.
Rustig opbouwen
Het is slim om voordat je begint met je powerwalktraining eerst een rustige warming-up te doen waarbij je een kilometer wandelt op een tempo van 5 kilometer per uur. Doe daarna wat rek- en strekoefeningen voordat je overschakelt naar een hoger wandeltempo. Ook aan het eind van je training kun je weer afbouwen naar een rustiger tempo en nog een paar rek- en strekoefeningen doen.
Juiste looptechniek
Bij powerwalken is het belangrijk dat je de juiste techniek onder de knie hebt, omdat je anders misschien last krijgt van je rug of moeilijker kunt ademhalen. Denk hierbij aan een goede houding, zodat je armen en benen goed met elkaar samenwerken en je energiek loopt. Neem in het begin even de tijd om die juiste techniek te leren. Aan je snelheid werken komt daarna wel.
Powerwalkhouding
Tien aandachtspunten voor een goede powerwalkhouding zijn:
- goed rechtop staan;
- recht vooruitkijken, dus niet naar de grond;
- je kin omhooghouden, om je rug en nek te ontlasten;
- je kaak ontspannen om te voorkomen dat er spanning ontstaat in je nek;
- je rug recht houden, dus niet hol maken;
- niet achteroverleunen vanuit je heupen, want daarmee belast je je rug te veel;
- je schouders ontspannen: duw ze iets naar achteren en niet te dicht bij je oren;
- je buik intrekken;
- je billen aanspannen: ook dit is beter voor je rug, die dan niet hol trekt;
- je heupen van voren naar achteren bewegen tijdens het lopen. Als je gaat swingen van zij naar zij verspil je veel onnodige energie.
Bronnen: Gezondheidenco.nl en Gezondheidsnet.nl
Foto: Shutterstock
Publicatiedatum: 14-09-2016