5 tips voor een snel zwemkeerpunt
Als je vaak baantjes zwemt zie je altijd wel zo’n fanatiekeling die bij de kant snel kan keren. Of misschien heb je op tv topzwemmers soepeltjes een koprol tegen de muur zien maken. Wil jij ook net als Ranomi Kromowijojo een zwemkeerpunt maken? Met deze vijf tips kun je dat zelf gaan oefenen.
1. De koprol
Een goed keerpunt begint met de koprol. Dat heb je in de gymles op een mat geleerd, maar in het water is dat toch anders. Het is belangrijk dat je jezelf goed klein maakt. Oefen dat eerst door in het water te hurken en met je armen je onderbenen vast te pakken. Als je dat kleine gevoel te pakken hebt kun je koprollen gaan maken. Bij het keerpunt is het belangrijk dat je recht draait. Zoek voor het oefenen hiervan een wat ondieper gedeelte van het zwembad en spring dan op voor een koprol. Als je het goed doet kom je dan weer met je hoofd boven.
2. Tegen de muur
Als je de koprol goed onder de knie hebt kun je dat tegen de muur gaan proberen. Spring op vanaf de zwarte T en draai op de muur zodat je op je rug uitkomt. Je zult daarbij in het begin een beetje moeten zoeken wat de beste afstand is: als je lange benen hebt moet je misschien iets verder staan. Haal je de muur niet? Probeer dan iets harder af te zetten.
3. Positie van je voeten
Voor het doordraaien terug naar je buik bestaan verschillende manieren. Je kunt eerst op je rug afzetten en onderwater van je rug naar je buik draaien. Wat je vaker ziet is dat al op de muur een draai wordt ingezet. Daarvoor is het belangrijk dat je je voeten goed positioneert. Op het moment dat je je voeten op de muur komen zet je ze een beetje schuin (45 graden) naar links of rechts (meeste zwemmers kiezen voor links). Op die manier kun je gemakkelijk naar je buik doordraaien.
4. Zwem tot de T
De T op de bodem (het einde van de zwarte streep) gezien als je naar beneden kijkt? Die is speciaal voor het keerpunt gemaakt. Dat is het punt waar je je draai moet inzetten. Om dat goed aan te voelen zwem je ongeveer vanaf 10 meter naar de kant tot de T. Daar zet je je draai in en keer je op de kant. Het is daarbij belangrijk dat je je goed klein maakt, want dan draai je ook sneller.
5. Blijven oefenen!
Je hebt nu stap voor stap het keerpunt gedaan en dan komt het aan op oefenen. Veel oefenen! Het draaien gaat steeds makkelijker als je het vaker hebt gedaan. Wat ook een goede oefening is om je keerpunt te verbeteren: doe tijdens het zwemmen midden in de baan een koprol en zwem dan weer door. Op die manier leer je ook om je snelheid naar het keerpunt te verhogen.
Veel succes!
Dit (Engelstalige) filmpje is ook handig om te bekijken als je het keerpunt gaat oefenen:
Foto: Shutterstock
Publicatiedatum: 22-07-2016