Hoe kies je de juiste wandelschoenen?

Midden in de stad, in het bos, op het strand, in de bergen: wandelen kan overal. Waar je wilt gaan lopen, bepaalt ook wat voor schoenen je nodig hebt. Om het je makkelijk te maken hebben fabrikanten wandelschoenen ingedeeld in vier hoofdcategorieën.

Categorie A: lichte wandelschoenen

De eerste categorie bestaat uit lichte wandelschoenen. Die zijn er voor recreatieve wandelaars die er regelmatig op uit gaan op verharde wegen of goed begaanbare bospaden. Deze wandelschoenen hebben een soepele, buigzame zool, waardoor je voet zich goed kan afwikkelen. Je kunt ze kopen in een lage en in een halfhoge variant. Kies voor halfhoog als je enkels wel wat ondersteuning kunnen gebruiken.

Categorie B: bergwandelschoenen

Voor de wat meer avontuurlijke wandelaars, die op ruiger terrein gaan lopen en het liefst meerdere dagen achter elkaar op pad gaan, komen schoenen die wat steviger zijn goed van pas. Het bovenwerk van deze schoenen is wat hoger en steviger en de zool is wat stijver. Ze zijn halfhoog en ondersteunen je enkels daardoor optimaal. Bergwandelschoenen noemen we ook wel trekkingschoenen.

Categorie C: zware trekkingschoenen

Zware trekkingschoenen zijn geschikt om te wandelen in heuvelachtig gebied. Ze zijn een stuk steviger dan bergwandelschoenen. De zool is voorgevormd en buigt bijna niet. Deze schoenen zijn meestal waterdicht, omdat in het bovenwerk een zogenaamde gore-tex laag is verwerkt: een lichte, waterdichte en ademende kunststof die ook in andere buitensportkleding gebruikt wordt.

Categorie D: zware bergschoenen

Ga je een korte wandeling maken waarbij je ook moet klimmen? Dan zijn zware bergschoenen, ook wel alpineschoenen genoemd, het meest geschikt. De zool van de schoenen is stijf, waardoor ze bij langere wandelingen niet gedragen kunnen worden. Schoenen in categorie D zijn dus eigenlijk geen wandelschoenen, maar schoenen voor bergbeklimmers.

Nordicwalkingschoenen

Naast deze vier categorieën zijn er ook nog nordicwalkingschoenen. Dit zijn lage en lichte wandelschoenen met een buigzame en ruwe zool, een lage hielkap en voldoende dempende en steunende eigenschappen. In de herfst en de winter moeten je nordicwalkingschoenen ademend en waterdicht zijn. Loop je vaak over onverharde paden, dan moet de schoenzool voldoende profiel hebben. En loop je vooral op de weg, dan is het belangrijkste dat de schoenen goede dempende eigenschappen hebben.

Looppatroonanalyse

Bij het kopen van wandelschoenen kan het ook nog handig zijn om je looppatroon te laten analyseren. Dat kan in een sportspeciaalzaak, waar ze precies kunnen zien of jouw voet misschien wat te veel naar binnen zakt of juist naar buiten. Samen met de verkoper zoek je na zo’n analyse de voor jou meest geschikte schoen uit, zodat je blessurevrij kunt wandelen. Heb je al heel wat kilometers gewandeld? Neem dan je oude wandelschoenen mee naar de winkel. Uit het slijtagepatroon van de buitenzool en de vorm van de schoen kan de verkoper veel afleiden over jouw manier van wandelen.

Schoenen passen

Tot slot een tip over het passen van je schoenen: doe dit liever ’s middags of ’s avonds dan in de ochtend. Je voeten zwellen tijdens de dag namelijk wat. Koop je wandelschoenen in de ochtend, dan loop je het risico dat ze tijdens het wandelen toch te klein zijn.

Bron: Gezond Wandelen

Foto: Shutterstock

Publicatiedatum: 17-06-2016