Trainen zonder wintertenen!

Iedere sporter loopt kans op koudeletsel. Heb je echter een slechte conditie of kamp je met een chronische ziekte, dan is er sprake van een verhoogd risico. Daarnaast maken slechte weersomstandigheden en onvoldoende bescherming door (natte en/of bezwete) kleding je minder weerbaar tegen kou.

Koudetolerantie

Ook je fysieke gesteldheid kan verschil maken. Een laag vetpercentage, vermoeidheid, slaaptekort en alcohol- of medicatiegebruik kunnen ervoor zorgen dat je de warmteproductie moeilijker in stand houdt. Kinderen verliezen gemakkelijker warmte, doordat hun lichaamsoppervlak relatief groot is ten opzichte van hun gewicht. Oudere sporters hebben juist meer moeite te compenseren voor verhoogd warmteverlies. Sporters met chronische ziekten moeten er rekening mee houden dat ze sneller kunnen afkoelen dan andere sporters. Denk hierbij aan aandoeningen als diabetes mellitus (suikerziekte), huidafwijkingen (psoriasis) en zenuwletsel (dwarslaesie). Maar ook bij gezonde sporters kan de tolerantie voor kou sterk verschillen. Daarom moeten klachten over kou altijd serieus genomen worden.

Onderkoeling

Voor je vitale functies is het van belang dat je lichaam een kerntemperatuur van 37 graden Celsius behoudt. Daartoe kent je lijf twee vormen van verdediging tegen de kou. Allereerst knijpen de vaten in je armen en benen samen, waardoor warmteverlies afneemt. Daarnaast komt extra warmte vrij doordat je gaat rillen. Wanneer deze verdediging onvoldoende is, kan onderkoeling ontstaan.

Onderkoeling kent verschillende gradaties: licht, matig en ernstig. Je kunt koudeletsel ondervangen door je goed voor te bereiden op de situatie. Maar ook jij kunt worden overvallen door de kou. Of je trainingsmaatje!

Ehbo

Door risicofactoren te herkennen en maatregelen te nemen, is veel leed te voorkomen. Hieronder zie je hoe je de ernst van de situatie kunt inschatten en lees je wat je kunt doen om een onderkoelde sporter te helpen. Ofwel: eerste hulp bij onderkoeling.

1. Lichte onderkoeling
Het slachtoffer is verward, versuft en kan moeilijk de situatie inschatten. Er is sprake van een verminderde coördinatie en toename van de hartslagfrequentie, bloeddruk en ademhaling. Het slachtoffer kan klagen over een pijnlijk gevoel in handen en voeten en kan rillen en klappertanden.

Wat moet je doen?
Haal het slachtoffer weg uit de koude omgeving en breng hem of haar voorzichtig naar een warme plek. Wikkel het slachtoffer in een isolatie- of reddingsdeken en verwijder natte kleding pas op een beschutte plek. Wees erop bedacht dat sommige slachtoffers zich verzetten tegen jouw ingrijpen.

2. Matige onderkoeling
Het slachtoffer is slaperig en heeft een duidelijk verminderd bewustzijn. Spieren zijn verstijfd en de ademhalings- en hartslagfrequentie zijn verlaagd. Pijn, rillen en klappertanden verdwijnen.

Wat moet je doen?
Handel op dezelfde manier als bij een slachtoffer van lichte onderkoeling. En zorg dat het slachtoffer met spoed naar een ziekenhuis wordt vervoerd.

3. Ernstige onderkoeling
Het slachtoffer is bewusteloos en compleet slap. Er is sprake van een zeer langzame hartslag. Er kan een ademstilstand optreden en er kunnen hartritmestoornissen ontstaan.

Wat moet je doen?
Er is sprake van een levensbedreigende situatie. Verricht dezelfde handelingen als bij lichte onderkoeling. Bel onmiddellijk 112. Start indien nodig met reanimeren.

Lokale koudeletsels

Naast onderkoeling kan kou ook lokaal letsel en blessures veroorzaken. De ernst hiervan is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de duur van de blootstelling.

Bevriezing
Bevriezing kan zowel langzaam als acuut optreden. Bij snelle bevriezing moet je denken aan het aanraken van koude metalen voorwerpen, zoals een hek of een lantaarnpaal. De symptomen zijn pijn, gevolgd door gevoelloosheid. Na opwarming is er sprake van een hevige, brandende pijn en toegenomen gevoeligheid voor aanraking en kou. Bevriezingen kunnen optreden bij een gevoelstemperatuur onder vijftien graden Celsius. Behandeling van een (verdenking op) bevriezing vindt plaats in het ziekenhuis.

Wintertenen en -handen
De combinatie van kou en vocht kan voor huidproblemen zorgen. Een rechtstreekse blootstelling aan kou kan na enige tijd leiden tot een pijnlijke, gevoelige huid. Bij het opwarmen is er sprake van een rode zwelling met een brandend gevoel, die enkele uren kan aanhouden. Deze huidafwijkingen staan in de volksmond bekend als ‘wintertenen’ en ‘winterhanden’, maar kunnen ook op andere plaatsen voorkomen. Wintertenen en -handen gaan vanzelf over. Je kunt de kwaal voorkomen door te zorgen voor droge, warme kleding.

Longen
Koude, droge lucht kan een vorm van inspanningsastma veroorzaken. Afhankelijk van de oorzaak is medicamenteuze behandeling mogelijk.

Tips

Leef je onderstaande tips na, dan kom je de wintermaanden hoogstwaarschijnlijk zonder kleerscheuren door.

  1. Zoek de ongelukken niet op. Is het weer te winters, met verse sneeuw of ijzel, sla dan gewoon een training over.
  2. Wil je er op een winterse dag toch uit, raadpleeg dan van tevoren een weersite met actuele informatie.
  3. Niet alleen de temperatuur speelt een rol, ook de windsnelheid is een belangrijke factor voor de uiteindelijke gevoelstemperatuur. Beweeg dus op winderige winterdagen bij een lage gevoelstemperatuur de eerste helft van de training tegen de wind in en probeer gedurende de tweede helft van de training, wanneer de vermoeidheid de kop op steekt, de wind in de rug te hebben.
  4. Bij ijzige kou kun je onbedekte lichaamsdelen insmeren. Bij een harde, koude wind doet vaseline wonderen. Denk ook aan je lippen. Een goede lippenbalsem is al voldoende.
  5. Kleding tegen kou omvat minimaal drie lagen. De eerste twee lagen bestaan uit lichtgewicht polyester of polypropyleen en fleece of wollen kleding die isoleert. De derde laag houdt het weer buiten, kan vocht afvoeren en wordt alleen gebruikt tijdens een rustpauze of bij wind en regen.
  6. Vervang kleding bij langdurige inspanningen op gezette tijden om verzadiging met zweet en/of vocht te voorkomen.
  7. Draag een muts. Het grootste deel van je warmteverlies gaat via je hoofd.

Bron: dit artikel is een samenvatting van een uitgebreide verhandeling van sportarts Guido Vroemen van Sportzorg.nl.
Foto: Shutterstock.com

Publicatiedatum: 23-11-2014