Kijk ik sport: "Schaatsen is eigenlijk heel bijzonder"

“Sinds een paar jaar schaats ik met een paar vrienden elke winter één keer per week op de ijsbaan in Groningen. Als er natuurijs ligt, ga ik zo veel mogelijk buiten rijden. Deze winter schaats ik even wat minder, omdat ik in mei vader hoop te worden en er zo veel mogelijk wil zijn voor mijn zwangere vrouw. Daarom zit ik nu wat vaker op de fiets: dan ben je lekker buiten en zie je wat meer dan op de schaatsbaan. Maar schaatsen blijft mijn favoriete sport.”

Marathons

“Tot 2006 ben ik wedstrijdrijder geweest en heb ik bijna iedere dag geschaatst. Ik heb negen jaar op landelijk niveau marathons gereden, tussen mannen als Henk Angenent en Erik Hulzebosch. In 2006 had ik daar geen zin meer in en heb ik voor mijn maatschappelijke carrière gekozen. Niet omdat ik de sport niet meer leuk vond, schaatsen is een prachtige sport. Maar tussen 2006 en 2011 heb ik op die paar keer dat er natuurijs lag na niet geschaatst. Ik had zo veel ijsbanen gezien in binnen- en buitenland. En zo’n rondje is altijd hetzelfde.”

Krakend ijs

“Als ik denk aan wat schaatsen zo mooi maakt, dan denk ik aan buiten rijden op natuurijs. Dat is het mooiste dat er is: dat je helemaal alleen bent op pikzwart ijs en je alleen krakend ijs onder je hoort. Helaas heb ik dat in mijn actieve periode als marathonschaatser nooit meegemaakt; toen lag er nooit natuurijs in Nederland. Schaatsen is eigenlijk heel bijzonder, want het is de snelste manier om je op vlak terrein op eigen kracht voort te bewegen zonder motorische of andere hulpmiddelen. Ik hoop dat ik nog een keer de Elfstedentocht mag meemaken. Dat is natuurlijk het ultieme. In 1997 heb ik ‘m gereden als toerrijder, maar ik zou het nu heel anders ervaren. Toen was ik net 18 en besefte ik niet hoe bijzonder een Elfstedentocht is. Nu zou ik er veel meer van genieten.”

 

Grote foto: Flickr CC / Vanderlaan.fotografeert

 

Publicatiedatum: 03-02-2015