Franeker test nieuwe regel voor wielerverkeer

De laatste jaren nam het aantal ongelukken waarbij wielrenners en andere fietsers betrokken waren, fors toe. De stichting VeiligheidNL concludeerde dat tussen 2008 en 2012 het aantal aanrijdingen tussen fietsers onderling met veertig procent toenam, Het aantal ongelukken tussen wielrenners en fietsers groeide nog sneller.

Fietsersbond

De proef is een initiatief van de Fietsersbond, die de veiligheid wil verbeteren en iets wil doen om zowel bij de honderdduizenden recreatieve wielrenners als bij de andere fietsers in Nederland de irritatie weg te nemen. “Het is slechts een van de ideeën om irritatie en ongelukken te voorkomen”, zegt Kees Mourits, vertegenwoordiger van de provincie Friesland bij de Fietsersbond. “Uiteindelijk is dit natuurlijk een roep om meer ruimte. Er zijn betere en bredere fietspaden nodig.”

Irritatie

“Irritatie op het fietspad is deel van het probleem”, aldus Mourits. “We moeten oppassen dat we niet de onderlinge onvrede centraal gaan stellen, terwijl het echte probleem ruimtegebrek is. De meest logische oplossing ligt dan ook in bredere fietspaden. Wat ons betreft heeft dat absolute prioriteit.”

Mourits realiseert zich dat bredere fietspaden aanleggen gemeenten veel geld kost, maar hij is van mening dat het bij lokale overheden ook aan de bewustwording schort. “Gemeenten moeten zich er ook goed van bewust zijn dat dit probleem er is en dat er meer ruimte nodig is. Veel gemeenten mogen best wat meer moeite doen om die bredere fietspaden aan te leggen. De tests die we nu doen, hebben ook in dat opzicht een functie, ze kunnen de bewustwording vergroten.”

Kanttekeningen

Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) snapt het initiatief van de Fietsersbond en vindt de proef geen gek idee, maar plaatst wel de nodige kanttekeningen. “Het is maar de vraag hoeveel conclusies je aan deze test kunt verbinden”, aldus Gert Jan Wijlhuizen van SWOV. “We hebben kort bekeken hoe ze te werk gaan en wij zijn van mening dat een grondigere evaluatie op zijn plek zou zijn. Soms zijn het de omstandigheden die in een bepaalde situatie het verschil kunnen maken, zoals mist of regen. De vraag is dan bijvoorbeeld of wielrenners op de rijbaan wel zichtbaar genoeg zijn en of er iets gedaan kan worden om die zichtbaarheid te verbeteren. Die vragen komen nu niet aan de orde.”

Snelheidsverschillen

Ook SWOV erkent dat de kern van het probleem de grote snelheidsverschillen op een heel beperkte ruimte is. “Door de snelheidsverschillen kan het voor een fietser lijken alsof een wielrenner plotseling opdoemt en dat kan weer tot een schrikreactie leiden. Bovendien hoor je een wielrenner nauwelijks aankomen. Bepaalde onveilige situaties zijn nu eenmaal inherent aan die snelheidsverschillen.” Wijlhuizen wijst er echter op dat die snelheidsverschillen er ook zijn tussen auto’s en wielrenners op wegen waar de maximum snelheid vijftig kilometer per uur is. “Zeker op een weg waar je elkaar wellicht niet ver van tevoren ziet aankomen, is ook het snelheidsverschil een risico. Bovendien is er een groot massaverschil tussen een auto en een wielrenner. En wielrenners hebben niet zo gek veel bescherming.”

SWOV deed de afgelopen maanden overigens ook zelf onderzoek naar de verkeersveiligheid met betrekking tot wielrenners. De stichting hield een enquête onder wielrenners en raadpleegde experts op het gebied van de wielersport, verkeersveiligheid, menselijk gedrag en infrastructuur. SWOV hoopt eind september met een rapport met een serie aanbevelingen te komen.

Te gevaarlijk

Ten slotte gaf ook de ANWB zijn mening over de proef in Franeker. De wielrijdersbond verklaarde zich vorig jaar fel tegenstander van wielrenners op de openbare weg en adviseerde wielrenners destijds op zomerdagen in de ochtend en de avond te gaan rijden, om zo de drukte te vermijden. Nu is de ANWB genuanceerder.

“Ons inziens is het afhankelijk van plaatselijke omstandigheden”, aldus ANWB-woordvoerder Markus van Tol. “Bij een weg buiten de bebouwde kom met een snelheidslimiet van zestig kilometer per uur kan een wielrenner zonder problemen de rijbaan op. In de stad op een weg met een maximumsnelheid van dertig kilometer per uur kan dat ook. Is de limiet vijftig kilometer per uur en betreft het een weg met aparte fietspaden, dan is het te gevaarlijk voor een fietser om tussen het autoverkeer te rijden. Het snelheidsverschil is dan te groot.”

Afspraken

“Op het fietspad moet de wielrenner zich realiseren dat er andere fietsers rijden”, vervolgt Van Tol. “Als snelste gebruiker van het pad rust op hem of haar de verantwoordelijkheid om een en ander goed te laten verlopen. Het zou overigens goed zijn als er over en weer meer begrip komt en er goede afspraken gemaakt worden over zaken als het al dan niet naast elkaar rijden en het gebruik van een bel ter waarschuwing. De proef in Franeker beschouwen wij voorlopig als een interessant initiatief.”

Foto: Flickr/CC Frans de Wit

Publicatiedatum: 05-10-2014